zondag 30 maart 2014

Het einde van deze reis

De Blog is klaar. Alle tekeningen zijn erop gezet en van een verhaaltje voorzien. Ik kan er nog weinig van zeggen omdat het allemaal moet bezinken. En ongetwijfeld krijg ik nieuwe inzichten. Het is inmiddels 4 maanden sinds ik uit Marokko terug op stek kwam. En vandaag vertrek ik weer: nu naar Noord Marokko. Ik ben benieuwd wat ik daar aantref.. Dezelfde formule wordt gevolgd: reis verzorgd door Het Vliegende Nijlpaard, accommodatie en auto met chauffeur georganiseerd door Morocco Private Travel. Ook nu wordt ik vergezeld door Bert en hoop ik weer veel te kunnen tekenen. Ongetwijfeld is Noord Marokko heel anders dan het zuiden. Eerlijk gezegd kan ik mij moeilijk voorstellen dat deze reis geëvenaard kan worden, laat staan kan worden overtroffen. Ik hou een ‘open mind’. In tegenstelling tot het begin van deze reis heb ik voor de nieuwe reis wel al een ‘leitmotiv’ waarop ik mij kan richten. Het is immigratie en emigratie. Op de laatste tekening van deze blog zie je het bruisende centrum van Imlil: het einde van de geplaveide weg en het kruispunt vanwaar de paden naar diverse bestemmingen in de bergen voeren. Twee dames zijn net met de bus aangekomen en wachten op het laden van de muilezels zodat ze hun inkopen of bezittingen naar hun bestemming kunnen brengen. Met mijn koffers gepakt, voel ik me nu ook zo. (56)

woensdag 12 maart 2014

De gastheren en gastvrouwen

Als toerist zijn het de gastheren en gastvrouwen die je contact met de wereld om je heen zijn. Je bent afhankelijk van de goodwill van de uitbaters en kelners. In Marrakesh zit je dan meestal wel goed. Alhoewel het aan te raden is een Riad te nemen waar de eigenaar aanwezig is. Wij scoorden over het algemeen goed omdat Bert Arabisch sprak. Zodra ze haar mond opendeed dachten de meeste mensen dat ze Libanees was. Een gebaar in de richting van de gastheren en dames, en dat heeft niets met fooien van doen, wordt zeer op prijs gesteld. Anders blijf je als toerist alleen maar een ongelovige waar geld aan te verdienen valt. Op onze laatste dag in Marrakesh aten we in één van de vele dakterrasrestaurantjes in de Soek. Zoals verwacht was het diner verrassend en smakelijk. We hadden voor vegetarisch gekozen: wat altijd een goed alternatief is vanwege het ruime aanbod aan groenten. Bert raakte in gesprek met de kelner. Hij had een beetje moeite met haar ‘echte’ Arabisch, maar ze kwamen er uit en het werd een vrolijke uitwisseling. Uiteindelijk gaf hij haar een ontroerend en welgemeend compliment: soms ontmoet je mensen die beter zijn dan je je kan voorstellen. Op de tekeningen staan Khadija van Riad Dar Khimissi en Mohammed van restaurant en ijssalon Alhambra aan het Jemaa El Fnaaplein. (Mohammed de Boodschapper Gods en zijn eerste vrouw Khadija zijn erg populair bij het naamgeven van kinderen in Marokko.) (10,12)

dinsdag 11 maart 2014

Eten in Marokko

We hebben erg geboft met het eten onderweg. Alleen in Marrakesh gingen we daarvoor naar restaurants. Met veel genoegen overigens maar in geen vergelijk tot het eten dat we onderweg voorgeschoteld kregen. Omdat de Kasba hotels en B&B’s vaak weg van dorp of stad lagen was het diner inbegrepen. Dat klinkt niet erg aanlokkelijk gezien je dan meestal laffe buffetkost verwacht, maar wij kregen overal kostelijke vers gemaakte gerechten voorgeschoteld: meestal samengesteld uit dat wat op de markt voorradig was. Het was herfst dus kan je kalabassen, pompoenen en bieten verwachten. Vurrukkuluk! Couscous hebben we helemaal niet gegeten, maar Tajinegerechten des te meer vergezeld van brood. Het diner begon met soep of salade. De soep was meestal een variant van de traditionele Hariri. Hariri is een maaltijdsoep die in Marrakesh in kleine straatrestaurantjes als lunch aan arbeiders wordt geserveerd. De salade kon van alles zijn, maar de bieten en aardappelsalade in Imlil spande de kroon. Toetje was altijd kwark met vruchten. Dat was duidelijk het enige niet verse op het menu. Voor lunch kochten we zelf brood en andere ingrediënten zoals olijven, sardientjes, confituren, vruchten en natuurlijk: Mubarak, Le Vache Qui Rit. Soms aten we ergens een omelet in een wegrestaurant of een pastille, een beurs van bladerdeeg gevuld met van alles en bestrooid met poedersuiker. De kwaliteit ervan kon nogal wisselen afhankelijk van de vulling. Op de tekening staat Mohammed de kok van de Kasba Des Arts. Hij poseerde nadat hij ons gelukkig had gemaakt met een zalige maaltijd, ietwat onwennig en gelaten. Uiteindelijk was hij er erg gelukkig mee. (21)

Eco-toerisme

Ecotoerisme is populair in Marokko. Volgens mij betekent dat veel hetzelfde kan blijven. Door de nadruk te leggen op lokale producten hoeven er geen Engelse of Continentaal ontbijt te worden bereid met alle ongemak van varkensvleesproducten. En de rest wijst zichzelf uit. Zonenergie collectoren zie je overal op de daken. Dat zal in de toekomt nog wel verder uitgebreid worden. Het waterverbruik vergt nog wel enige ontwikkeling eer dat het eco-vriendelijk is. Het vervangen van een bad door een douche en de denkende wc doorspoelknop is een grote stap. Wassen zonder water wordt de grote doorbraak van de eeuw. Maar tot nu toe betekent eco-toerisme vooral korte lijnen van plaats van productie naar de tafel en alles vers bereidt in de eigen keuken. Op de tekening is Badijah pasteitjes met een vulling van amandelspijs aan het maken. Het is best een bewerkelijk recept, maar erg populair. In de Soek worden ze verkocht door ondernemende huisvrouwen. (9)

maandag 10 maart 2014

Dromen

In Marokko doen ze hun best om jongensdromen te verwezenlijken. Als gekken rijden op Quads, in 4xdrives of Amerikaanse militaire stijl wagens door de woestijn, is daar één voorbeeld van en misschien wel de meest populaire. De heren der schepping kunnen net doen alsof ze voor het programma Top Gear testrijden of deelnemen aan de Dakar rally en ‘s avond met elkaar rond het kampvuur zitten en pochen over de avonturen van de dag met een glas belegen whisky aan de lippen. Intussen kunnen de dames ook hun meisjesdromen in vervulling laten gaan. Niets is sexier dan je te laten verleiden door een goedgebouwde woestijnkanjer. Mohammed de Chauffeur probeerde toen we eenmaal het einde van de Draavallei naderden aldoor onze aandacht te vestigen op paraderende mannetjesputters. ‘Die zijn er voor de Dames,’ benadrukte hij grijnzend. Hij leek teleurgesteld dat wij geen gebruik van hun diensten wensten te maken. ‘In M’Hamid, zijn de mannen zo desperaat dat ze zich letterlijk voor de auto werpen,’ wist hij. ‘Hier wonen de bannelingen uit het zuiden.’ Na een tijdje begon het me te dagen: Polisario. Zuid Marokko was vroeger een Spaanse kolonie, genaamd West Sahara. Begin zeventiger jaren kwam er een beweging op gang voor onafhankelijkheid: het Polisario Front. Echter na de dood van Franco verviel het land aan Marokko dat sedertdien in oorlog is met de Polisario. Daarmee was de droom voor een onafhankelijk West Sahara vervlogen. Beloftes voor een referendum over zelfbeschikking zijn op de lange baan geschoven. Dus naar deze uithoek zijn de vechters verbannen. Op de tekening mijn droom: in een volgetankte Mercedes op weg naar de toppen van de wereld. (50)

zondag 9 maart 2014

Mohammed de Chauffeur

Toen ik aan deze reis begon, was ik me er terdege van bewust dat Bert en ik tien dagen in het gezelschap zouden verkeren van een volkomen onbekende man. Veronderstel dat we helemaal niet met elkaar overweg konden en de reis op een ramp zou uitlopen? Ik had me expres op de achterbank van onze Mercedes Taxibus geïnstalleerd. Bert was daardoor gedwongen naast hem te zitten en moest zich met hem onderhouden. Het eerste half uur leek het er inderdaad even op dat het een moeizame tocht zou worden toen hij direct al uitviel over de waterverspilling voor golfbanen en buitenlandse agro-businesses. Maar toen hield het op. Hij had nog wel enkele andere sterke opinies, maar dat werden door de goede sfeer in de auto, informatieve uitlatingen. Mohammed bleek al snel een zeer professionele chauffeur die gewend was zeer kleine gezelschappen rond te rijden en je met rust te laten. Het eerste dat opviel was dat hij niet te hard reed. We kachelden op ons gemak over de Hoge Atlas zodat we alles goed konden zien en snel konden stoppen als er zich iets leuks voordeed. Verder was hij heel informatief over alles wat we onderweg tegenkwamen, alhoewel hij opbiechtte dat hij de Draavallei niet kende. Als hij iets niet wist belde hij een collega of zocht het op zijn smartphone. Op de tekening poseert Mohammed voor zijn bolide op de parkeerplaats van ons enige luxe hotel. Het voordeel van de luxe was dat receptioniste goede kopieën van de tekeningen voor hem kon laten maken. Achter Mohammed is de speciale accommodatie voor chauffeurs en andere begeleiders te zien dat dit soort hotels heeft. Zie het ooievaarsnest dat is gebouwd op de dakdecoratie. (38)

zaterdag 8 maart 2014

De Touareg

In Marrakesh op het Jemaa El Fnaaplein staat een bord met daarop een karavaan kamelen en een man in het blauw. Het opschrift is: Timbouctou 53 dagen. In de Draavallei 450km verderop kom je hetzelfde bord tegen. De afstand naar Mali is nog steeds 53 dagen. In werkelijkheid is de afstand onoverbrugbaar. Het is de nostalgische verwijzing naar de tijd dat de grenzen open waren en karavanen zich regelmatig verzamelden voor de lange tocht. Nu is het voor de toeristen om ons het gevoel te geven dat het ‘echte’ binnen handbereik is. De Touaregs zijn een Berberstam die in Noord Mali en Zuid Algerije woont. De stam hield zich vooral bezig met karavaanhandel in dat deel van de Sahara en de mannen staan bekend om hun blauwe gewaden en tulbanden en het pikante feit dat zij gesluierd zouden gaan terwijl de vrouwen dat niet doen. Gesluierd is een groot woord. Ze dragen een stofdoek voor de mond. Meestal zwart wat in sterk contrast staat met de lichtblauwe kleur van de rest van hun ‘outfit’: heel sexy. In Marokko zijn ze inmiddels uitgegroeid tot een ware mythe die voor de toeristen in stand wordt gehouden. Je vraagt je af hoeveel van de in het blauw geklede mannen ook werkelijk Touaregs zijn. De meeste ‘Touaregs’ verkopen tapijten en ‘bibelots’ of begeleiden toeristen op kameel ‘expedities’ in de duinen. Op de tekening is Bert in vergeefse onderhandeling met een ‘Touareg’ over de veel te dure prijs van een tapijt. Later zou ze van weer een andere ‘Touareg’ eenzelfde tapijt kopen dat een derde van de prijs was. Volgens die handelaar kocht hij de tapijten in Mauritanië, maar waarschijnlijk worden ze door vrouwen uit de buurt gemaakt. (41)

speciaal voor 8 maart: Les Cooperatives Feminines

Volgens een Marokkaans regeringsbulletin zijn er in het eerste deel van 2013 332 Cooperatives Feminines bijgekomen: gezamenlijke waarde: 4,5 miljoen Dirham (Euro 400.000). Big Business op een kleine schaal. In 2008 deed deze kleinschalige economische bedrijvigheid zijn intrede in Marokko geholpen door o.a. Oxfam. Het moest de vrouwen in de zeer arme delen van Marokko een mogelijkheid geven om een menswaardig bestaan op te bouwen. Inmiddels is het Groot! Overal zijn werkplaatsen en winkels waar vrouwen hun producten produceren en verkopen. Soms omvangrijk, zoals in Marrakesh en Ouarzazate en soms piep klein zoals in de Ferklah Oase. De producten zijn heel uiteenlopend: veel handwerk, maar ook medicinale producten. De meeste bekende en inmiddels uitgebuite Cooperatieves Feminines zijn de producenten van Argan olie. Hun product werd zo populair dat het aan z’n eigen succes ten onder dreigt te gaan. Inmiddels staan overal langs de weg ‘outlets’ die erop voorstaan dat ze Cooperaties Feminines D’Argan zijn, terwijl ze er niets meer mee te maken hebben en ook het geld niet bij de vrouwen meer komt. Desalniettemin is het een geweldig instrument in een economie die dreigt steeds grootschaliger en afhankelijker van ‘imports’ te worden. Op de tekening is Khadija te zien die traditionele patronen borduurt op todden die gemaakt worden in de Ferkla Oase. (44)

Ambachten

Er zijn veel ambachtslieden werkzaam in de Soeks van de Medina. Er wordt alles gemaakt voor je huis en persoon. Het is niet spot goedkoop, maar je kan het wel krijgen zoals je wil én het is op maat. De Franse eigenaresse van de Riad Dar Al Djawara vertelde hoe ze veel dingen naar eigen ontwerp liet uitvoeren. Het is niet zoals in andere landen waar de handwerkslieden volgens vaste patronen werken en daar niet van af willen wijken. Ik had een oude blouse bij mij van een mooie snit. Dat heb ik met enige zelfverzonnen modificaties tot grote tevredenheid laten namaken. Er zijn heel veel kleermakers overal verspreid door de Medina. De een doet mannen kleren de ander naait voor vrouwen. Bruidsjurken is natuurlijk ook daar big business. Het kiezen van een kleermaker is niet makkelijk. Ik had Khalid vlak bij de Riad Dar Al Djawara gevonden. Hij was jong en maakte vooral jassen voor vrouwen. Hij vond het geloof ik wel leuk om iets anders te doen. In de zaak had hij geen goede stof voor een blouse en stuurde mij daarom naar de Mellah om zelf wat uit te zoeken. Helaas ging ik te snel weg om nog meer te laten maken. Op de tekening staat hij terwijl hij met een jas bezig is. (59)

vrijdag 7 maart 2014

B&B

Diegene die heeft bedacht dat oude woonhuizen in de Medina het wel eens goed zouden kunnen doen als Bead&Breakfast verdient de Nobelprijs. Het heeft de Medina gered van verval en het heeft de toerist gelukkig gemaakt. Inmiddels lijkt ieder huis omgebouwd te zijn. Als je vanaf de daken neerkijkt in de binnenplaatsen zie je overal om je heen schijnbaar oude gebouwen in een nieuw jasje. Ik heb eens een kijkje genomen in zo’n Dar die verbouwd werd. Alleen de voordeur leek gespaard. Binnenin was het gebouw volledig gesloopt en was opnieuw opgetrokken uit betonblokken. Gelukkig is het handwerk in de Soek van hoge kwaliteit en worden overal nieuw gemaakte traditionele deuren en decoraties gebruikt. Anders zou het ‘nieuwe oude’ wel heel snel weer uit de mode raken. Waar blijven al die gezinnen die uit hun woningen moeten wijken voor deze trend? Voorlopig lijkt het buurtleven nog niet ondermijnd door de opkoop van percelen met potentie. In de nauwe straatjes lijkt het leven van alle dag voortgang te vinden zoals dat al eeuwen heeft gedaan, met kleinschalige bedrijvigheid en aandacht voor de kleintjes. Op de tekeing staat de minaret van de Koutoubia die stadsbeeldbepalend is voor Marrakesh. Verder zijn vooral alle schotels opvallend. (4a)

woensdag 5 maart 2014

De Overvloed van Water

In de Islamitische traditie heeft overvloedigheid van water een speciale betekenis. Volgens de filosofen komt een gelovige na de dood in het Paradijs waar Mohammed haar een koele verfrissende drank aanbiedt uit de Haud-e-Kauthar, de rivier van overvloed. In Marokko is het alsof de toerist een voorproefje wordt aangeboden van het Paradijs. Vlak voordat ik Marrakesh vloog waren er op Euro Sport reclame spotjes met weelderig groene golflinks die er op gericht waren de oudere, maar sportieve toeristen naar Marrakesh te lokken. Golfbanen in de woestijn is nog altijd hét symbool voor de overvloed van rijkdom. Maar zelfs als minder vermogende toerist kan je in Marokko vertoeven zonder je zorgen te maken over waterverbruik. Alle hotelkamers waar ik in verbleef hadden een badkamer, en overal was het geluid van klaterend water in fonteinen, ‘plunge pools’ of zwembaden. Als je wil kan je gedachteloos, ongebreideld water verbruiken. Deze overvloed is een schijnwerkelijkheid in het leven geroepen omdat ik als toerist niet kom als ik niet kan douchen en niet kan doortrekken na ieder plasje.Op de tekening staat het zwembad van Aït Ben Moro, een tot pension omgebouwde oude Kasba, te zien. (48)

Het Simulacrum

Het Simulacrum is een verzonnen werkelijkheid die als echt ervaren wordt. Bekend is het verhaal uit de Griekse Oudheid waarin tijdens het jureren van een schilderwedstrijd de commissieleden vragen om het gordijn weg te halen dat voor het schilderij hangt. ‘Maar dat is het schilderij!’ was het antwoord. Mickey Mouse is voor kinderen net zo echt als een muis. De Franse filosofen storen zich daarom mateloos aan Disneyland, maar erger is het begiftigen van gewone dieren met menselijke karaktertrekken. Tegenwoordig maakt iedereen zich er schuldig aan, ikzelf in kluis. Je moet mij over katten horen... Hang naar dingen die voorbij zijn en angst voor moderniteit maken dat wij het verleden graag ophemelen. Maar dat doen we dan wel vanuit de situatie waarin wij ons bevinden. Daarom wordt ook wel gezegd dat films of boeken met historische onderwerpen (inclusief wetenschap) meer zegt over de tijd waarin ze geschreven of gemaakt zijn dan over de tijd waarin ze zich afspelen. Toerisme is ook sterk schatplichtig aan het simulacrum en helemaal in Marokko. Als toerist wil je graag in de waan leven dat je het ‘echte’ Marokko beleeft. Je beleeft echter een speciaal voor jou geschapen wereld waar jij je goed in voelt en helemaal zo in Marrakesh. Op de tekening is de daktuintent te zien van Riad Dar Khimissi waar in je je als een Pasja voelt.(6b)

dinsdag 4 maart 2014

De Tajine

Geen Marokkaanse keuken is zonder Tajine. De Tajine is zowel het kookgerei als het gerecht als de manier waarop een gerecht opgediend wordt. Als kookgerei is het een stoofschotel met een hoge kegelvormige deksel die in een knop eindigt zodat je hem makkelijk op kan tillen. Tijdens het stoven slaat het condens neer op de deksel en loopt dan terug in de schaal. In de keuken wordt de traditionele aardewerken Tajine als stoofpot vaak ingeruild voor de elektrische variant of de klassieke snelkookpan. Maar de aldus bereidde ingrediënten worden dan wel geserveerd in een traditionele Tajine. De vorm van de schotel bepaalt dat het eten wordt opgediend in een berg: het vlees of gevogelte verborgen onder een veelheid van verschillende groenten. Gerechten die zo geserveerd zijn, worden ook Tajines genoemd. Als je met velen van één Tajine opschept, neem je het deel dat het dichts bij je is. Maar er zijn ook kleine éénpersoons Tajines. Op de tekening is Habiba te zien, één van de Dames die het werk doen in de Riad Dar Kmissi in Marrakesh. Zij houdt de snelkookpan én de Tajine in de gaten. Waarschijnlijk zit in de snelkookpan de kip en in de Tajine worden de groeten gestoofd die straks samen met de kip in een andere Tajine op tafel worden gezet. Delice! (11)

zondag 2 maart 2014

Marokkaans Aardewerk

Ergens langs de weg wilde Mohammed de Chauffeur stoppen bij een onooglijke uitziende batterij hutten, geflankeerd door bergen kruiken en potten waarvan het meeste in scherven lag. ‘Hier wordt het beste aardewerk gemaakt,’ verklaarde hij. ‘Mijn vrouw heeft me een boodschappenlijstje meegegeven.’ Aardewerk is een belangrijk product in Marokko. Vloertegels, wandtegels, dakpannen, bloempotten, kruiken en natuurlijk de typische stoofpotten, Tajines genaamd. Onder aardewerk worden voorwerpen verstaan die gemaakt zijn van leem en klei afkomstig van rivieren. Het is gemakkelijk en goedkoop te maken, maar breekt ook snel. Omdat het poreus is wordt het vaak geglazuurd om het waterbestendig te maken. Bij bloempotten en waterkruiken is het echter een plus omdat het vocht door het ‘zweten’ niet snel opwarmt in de zon. Voor glazuur, een glasprocédé, wordt lood of tin gebruikt. Daardoor smelt het niet bij hoge temperaturen en vloeit makkelijk uit over het oppervlak. Echter erg gezond is het niet. Het aardewerk van Tamegroute is beroemd om z’n groene glazuur. Tegenwoordig wordt daar geen lood meer bij gebruikt. (49)

zaterdag 1 maart 2014

Wat het land biedt

De eerste avond in Marrakesh moest en zou ik meteen naar het beroemde Jemaa El Fnaaplein om de sfeer te proeven. Ik had nog niet gegeten, dus Bert nam mij mee naar een van de vele marktrestaurantjes waar je aanschuift en ziet en proeft wat het land je te bieden heeft. Het was een bonte, geurige, rokerige en lawaaierige ervaring. Verse etenswaren zoals groenten, vlees, vis en gevogelte waren in grote overvloed uitgestald. Het was moeilijk om te kiezen. Maar als je een keuze had gemaakt werd het met een nood vaart gebakken, geroosterd of gestoofd en verscheen het op kleine bordjes met brood voor je neus. Ik vond het zo’n geweldige ervaring dat ik al etend de berg verswaren zat te tekenen met aan de leiding een Marokkaanse schoonheid met cowboyhoed op. Behalve de aanschuiftafels waren er ook de karren met hoog opgetast fruit en vers geperste sapjes. Zo heb ik het nergens meer gezien. Wel de overdaad, maar niet deze snelle manier van bereiden. Meestal gaat het langzaam en met zorg alsof een eerbetoon gegeven wordt aan alles wat geoogst is. Toen we na de culinaire hectiek van het Jemaa el Fnaaplein terugkuierden naar onze Riad, kwamen we langs de buurt kruideniertjes verstopt achter een loketje of in een smalle volle pijpenla. Daar worden flesjes, blikjes, pakjes en ingelegde en gedroogde etenswaren verkocht. Zelfs de verpakte koekjes geven hier de indruk versgemaakt te zijn. (3)

vrijdag 28 februari 2014

De Dades

De Dades is een rivier die een kloof aan de oostkant van de Hoge Atlas in het bergachtige landschap heeft gekerfd. Het is één van de stromen waaruit de Draa zich vormt. In de bovenloop heeft een wilde Dades veel materiaal uit de bergen geslepen dat als de rivier gekalmeerd is op de bodem van de kloof is afgezet en een zeer vruchtbaren laag vormt.De rivier slingert zich dan door een weelderig begroeide vallei. De weg ligt hoog langs de helling, vanwaar de huizen gestapeld afzakken naar prachtige tuinen omringt door ruisende populieren. Beneden langs de rivier is de oude weg die de velden en dorpen verbindt en nu een prachtig beschut voetpad is. De bergwanden die vanaf de bodem van de kloof stijl oprijzen zijn afgezet met gestolde poliepen van vulkanisch materiaal. Spectaculair! Bij Boumane houdt de kloof abrupt op. De Dades kabbelt verder door een lint oase. Tenslotte vindt het een roemloos einde in het enorme waterreservoir bij Ouarzazate, De tekening laat de vreemde versteende poliepen zien die uit de bergwand oprijzen. (47)

donderdag 27 februari 2014

De Woestijn

Mohammed de Chauffeur zei toen we de eerste acacia in een verder dor landschap zagen staan: ‘Nu zijn we in de woestijn.’ Ergo zonder acacia’s is er geen woestijn. Mohammed noemde de boom ‘spike tree’. Misschien is het een vertaling van ‘Tallah’ zoals hij het ook noemde? Tussen de kleine delicate blaadjes zitten scherpe naalden. Geen probleem voor de kamelen. Met hun lippen keuren ze ieder hapje zorgvuldig. Een andere boom die te zien is in het meer begroeide deel van de woestijn is de tamarisk. De tamarisk houdt van een verzilte bodem. Daarom zie je het vaak op uitgedroogde, voormalige geïrrigeerde akkertjes. Net als bij de acacia dringen de wortels tot diep in de aarde op zoek naar water. De lucht in de woestijn is droog. Zo droog dat vocht makkelijk verdampt. Daar hebben de bewoners al eeuwen lang van geprofiteerd met hun sanitaire voorzieningen. In de Ksar of Kasba in de oases hebben de lemen huizen één kamer die vier muren, geen deur, maar wel een gat in het dak heeft. Door het gat doe je je behoefte. Wat in ons land een vieze stinkende smurrie zou worden verdroogt daar onmiddellijk en alleen een poederachtige substantie blijft over. Het duurt lang eer de kamer vol is. Zo nu en dan maakt men een gaatje onder in de muur en haalt de ‘mest’ eruit. Helaas gaat dat dan vaak genoeg over de slaplantjes. Tenminste zo ging het jaren geleden toen ik er een nare ziekte van opliep. (22,23)

woensdag 26 februari 2014

De Khettara

Dadelpalmen zijn gebaat bij een goede waterhuishouding. Na de Grote Arabische veroveringen werd al snel een uit Perzië afkomstig systeem van z.g. Khettara aangelegd. Khettara zijn ondergrondse tunnels waarin het water dat in zand aanwezig is, zich druppelsgewijs verzamelt. De dadelpalmen en ook andere gewassen waren dus niet meer afhankelijk van seizoensgebonden regenbuien of smeltwater. Khettara zijn soms honderden kilometers lang. Overal zijn vanaf het aardoppervlak schachten die in verbinding staan met de tunnels en van waaruit water geput wordt en naar beneden afgedaald wordt om onderhoud te plegen. In de hele oude Khettara zwemmen ook vissen. Belangrijk is dat de hoeveelheid water in de Khettara overeenkomt met de behoefte aan water. Deze balans was vaak vastgelegd in overeenkomsten. Echter met de komst van de Fransen is de hele zaak overhoop gehaald zo is mij jaren geleden in het zuiden van Algerije verteld. De Fransen introduceerden de dieselpomp die, zo dachten ze, beter werkte dan de Khettara omdat ze een groter watervolume ineens leverden en minder onderhoud zouden vergen. Later kwam er ook nog de aanleg van stuwdammen bij en de moderne technieken van diepte boringen. Maar hiermee is ook de zekerheid dat er altijd water voorradig is, verdwenen. Nu zijn alleen nog maar hier en daar werkende Khettara over. Op de tekening is het oogsten van dadeltrossen te zien ergens tussen Tagounite en Oulad Edriss. (28)

dinsdag 25 februari 2014

De Draavallei

De Draavallei ligt aan de bovenloop van de Draa en kenmerkt zich door een ketting van oases met woestijn ertussen. De groene band die de oases om de Draa vormen is soms tot 10 km breed. Maar het komt ook voor dat er alleen een droge zanderige bedding is met hier en daar acacia’s en bosjes tamarisken. Het is een wonderschoon gebied dat landschappelijk verrassend afwisselend is. Agdz, Zagora, Tamegroute en Tagounit zijn de belangrijkste plaatsen. In hun lange geschiedenis vielen de oases soms onder één gezag, maar meestal bestreden ze elkaar. Altijd waren ze echter belangrijke schakels in de Trans Sahara handelsroute. Bij M’Hamid was bijvoorbeeld het ‘douane kantoor’ waar het goudpoeder aankwam en munten werden geslagen. De vele Ksars die in de loop van de eeuwen gebouwd waren, werden focuspunten waar de boeren bescherming zochten tegen aanvallen van de nomadenstammen. Ze betaalden er duur voor met land. Zo verviel veel vruchtbaar land van de families die het bewerkten in handen van heersers die zich er hadden gevestigd. Daar is pas in de 20ste eeuw een einde aan gekomen. Het belangrijkste voedsel en de meest complete voedingsbron voor onderweg in de woestijn zijn dadels. De Draavallei wordt daarom ook wel de dadelmand van Marokko genoemd. Er groeien meer dan 18 soorten. Verder wordt er in de oases veel groenten en fruit geproduceerd en henna. Op de tekening is het uitzicht te zien over de oase bij Agdz vanuit de Kasba Des Arts(19)

maandag 24 februari 2014

De Rivier de Draa

De Draa is een van de meeste fascinerende rivieren die ik ken. De rivier vindt z’n oorsprong door een samenloop van meerdere rivieren waaronder de Dades die vanaf de Hoge Atlas naar het oosten stromen. De bovenloop van de Draa is vanaf het stuwmeer bij Ouarzazate moeilijk te volgen door een woest en droog terrein. Maar bij Agdz wordt de loop duidelijk zichtbaar vanaf de weg en kronkelt het door de vruchtbare Draavallei. Over een afstand van ongeveer 200 km bevloeid het zes oasen. De grote weg volgt de rivier langs Zagora en Tamegroute steeds dieper de Sahara in. Vanaf Tagounite lijkt de rivier te verdwijnen in het zand. Maar in werkelijkheid buigt de Draa zich ineens in westelijke richting en zet zich zuidelijk van de Anti Atlas tot aan de Atlantische Oceaan voort. De rivierbedding staat van daar af nagenoeg altijd droog tot vlak bij de oceaan. Langs de Draa rivier zijn duizenden jaren oude rotstekeningen en schilderingen gevonden zoals bij Zagora. De z.g. Venus van Tan Tan komt bij de bovenloop vandaan. Het is mogelijk het oudste beeldje ooit gevonden. De Cartagensen noemen de Draa rivier in een Periplus die geschreven werd naar aanleiding van een tocht langs de westkust van Afrika. Waardoor ze omstreeks 550BC aan de monding van de Draa een kolonie probeerden te stichten. Op de tekening is een zanderige stroom te zien op weg naar de Draabedding. Er is water ondergronds want er staan acacia’s verspreid door het kale landschap. (32)

zondag 23 februari 2014

De Hoge Atlas

Het Atlasgebergte loopt als een ruggengraat van beneden tot boven door Marokko heen en beslaat ook het noorden van Algerije en Tunesië. In Marokko wordt het opgedeeld in de Anti Atlas, de Hoge Atlas en de Midden Atlas. Het Rifgebergte aan de Mediterrane kust wordt niet tot de Atlas gerekend. De bergketen vormt in Marokko de waterschei tussen de vruchtbare kustvlakten in het westen waar de Atlantische luchtstromen die tegen de Atlas aanbotsen voor regen zorgen en de Sahara in het oosten en zuiden waar de watervoorziening afhankelijk is van de waterstromen die aan die kant naar beneden vloeien. Geen wonder dat de grote bevolkingscentra altijd aan de westkant van de waterschei lagen. Het gebergte is ruig en onherbergzaam. De begroeiing is vooral op de westelijke hellingen, maar verstopt in de vouwen en kloven aan de oostkant zijn her en der vruchtbare valleien. Er zijn maar een handvol wegen die zich over de Atlas heen slingeren. De oude karavaanroute van Mali naar Marrakesh is er één van. Het hoogste punt van de Atlas is de berg Toubkal (4165m). Na de Kilimanjaro is het de hoogste berg van Afrika. De ligging aan het einde van een lange nauwe vallei niet ver van Marrakesh, heeft het altijd een geliefde plek gemaakt om er de hete zomer door te brengen. Op de tekening is de Toubkal te zien vanaf het terras van de Dar Imlil dat aan het einde van de weg ligt. Van daar kan je onder begeleiding van ervaren gidsen de tocht naar boven voortzetten. (52)

zaterdag 22 februari 2014

Water

Water is zo’n belangrijk aspect in het leven dat menig Marokkaan er meteen over begint. We zaten nog maar net in de auto met Mohammed de Chauffeur en waren Marrakesh nog niet uit of hij had al wat te zeggen over een gigantische olijfboomgaard die er picobello uitzag en in beheer was van een grote Spaanse olijfolie producent en de belendende, wegkwijnende en uitgedroogde evenknie die van een dorpgemeenschap was. Hassan uit Tamegroute klaagde dat ‘De Koning alle water voor zichzelf hield’. De opmerking was natuurlijk relatief en sloeg op de dam in de bovenloop van de Draa waar de koning inderdaad een buitenverblijf heeft. Foto’s van de koning als jongeman op waterski’s zijn heel populair en sieren menig slaapkamer en café. Maar Hassan doelde op de rantsoenering van water in Tamegroute waardoor een familie alleen éénmaal per week water kon tappen voor huishoudelijk gebruik. Kostbaar drinkwater komt in flessen die overal commercieel verkocht worden. Je vraagt je af welke diepe bronnen daarvoor aangeboord mogen worden en wie de winst ervan opstrijkt. Op de tekening is een moeder met twee zoontjes te zien die met een kruiwagen vol plastik flessen op weg zijn naar de gemeenschappelijke watertap in de kasba van de oase van Ferkla. (43)

vrijdag 21 februari 2014

De zegen van regen

Wij reden over de weg tussen Ouarzazate en Errichidia ter hoogte van Boumane toen boven de Hoge Atlas een noodweer losbarstte. Waar wij waren gebeurde niets, behalve dat een schoolbusje een jongetje langs de kant van de weg afzette. Om ons heen was alles zanderige leegte, dus waar het jongetje heen zou gaan was een raadsel. Het busje sloeg af van de grote weg en verdween langzaam maar zeker in de richting van het gebergte. Het gaf perspectief aan het eindeloze landschap, want alhoewel het noodweer boven het Atlasgebergte duidelijk waarneembaar was, gebeurde het meer dan honderd kilometers verder weg. Toen ik de wolkbreuken zat te tekenen kwam het jongetje nieuwsgierig naderbij en was zo vriendelijk om model te staan. Of de regenbuien ooit dit dorre gebied bereiken, weet ik niet, maar daarginds viel het levengevende water met bakken naar beneden. Uiteindelijk zou het via allerlei ondergrondse en bovengrondse stromen de dorstige oasen bereiken. Regen is een kostbaar iets in Marokko waar de woestijn steeds meer ruimte opeist. (40)

donderdag 20 februari 2014

Het landschap en het dagelijks leven

In het deel van Marokko waar ik reisde is het dagelijks leven nauw verbonden met het landschap en met wat het klimaat biedt. Het leven wordt nog niet geleefd ondanks de omgeving maar dankzij de omgeving. Het is een onderscheid dat Ibn Khaldoun in zijn Geschiedenis van de Wereld al in de 14de eeuw zo belangrijk vindt dat hij er hele theorieën op los laat. Mensen die in de steden wonen hebben volgens hem alle contact met ‘de natuur’ en het ‘natuurlijke leven’ verloren en zijn daardoor ongezonder, perverser en corrupter dan bijvoorbeeld de Bedoeïen. Klinkt dat bekend in de oren? Veel spullen en etenswaar zijn in Marokko lokaal geproduceerd. Handwerk en ‘versproducten’ vullen de Soeks. Op mijn reis ben ik daarom weinig ‘Brand Names’ tegengekomen. De enige ‘Brand’ die ik dagelijks in handen had, was ‘Le Vache Qui Rit’ een Frans smeerkaasje, ideaal tegen onverwachte hongerklap. De naam van het product had nog een extra betekenis: Mubarrak kreeg tijdens zijn bewind door zijn tegenstanders in Egypte deze geringschattende bijnaam. En verdomd! Hij lijkt ook nog op de lachende koeienkop op het pakje. Menigmaal heb ik Mubarrak uitgesmeerd op een broodje. Op de tekening staat de gemotoriseerde sneeuwploeg klaar voor de eerste wintersneeuw bovenop de Hoge Atlas. Een voorbeeld van het feit dat ook hier het idee dat er te leven is ‘ondanks de omgeving’ post begint te vatten. (16)

woensdag 19 februari 2014

Deuren en ramen

Zo heerlijk als het is om daken te verbeelden, zo vreselijk is het om ramen te tekenen. Alle ramen zijn namelijk voorzien van decoratief traliewerk. En was het traliewerk nu maar verschillend dan was het nog wel te doen, maar alle ramen en bakons zijn voorzien van identiek ijzerwerk. Deuren zijn een ander verhaal. Geen deur is hetzelfde ook niet de moderne huisdeuren uit staalplaat. Oude deuren zoals het prachtige exemplaar op de tekening, zijn gemaakt van planken gezaagd uit één boom, waardoor de bochten waarin de stam zich wringt, precies in elkaar passen. Het hang werk is zo oud als de geschiedenis: uitsteeksels die boven en onder in daarvoor bestemde gaten passen. Het sluitwerk is een indrukwekkend schuif en klik systeem dat alhoewel van dik-hout-zaag-met-planken toch elegant is. Staalplaten voordeuren zijn verstevigd en op gevarieerde manieren gedecoreerd met strips van hetzelfde materiaal en bouten met flinke ronde koppen. Deze tekening is gemaakt in één van de binnenplaatsen van het museum in de oude gerestaureerde Kasba van de Ferkla Oase waar ooit een grote Joodse gemeenschap huisde.(45)

dinsdag 18 februari 2014

Daken en plafonds

De Andalusische architectuur zoals de Marokkaanse bouwstijl genoemd wordt, heeft heerlijke dakconstructies: verrukkelijk om te tekenen. Alhoewel de meeste daken plat zijn, zijn veel daken voorzien van een helling. Vooral natuurlijk in de Atlas, maar ook in Marrakesh. De constructie is eenvoudig: op de dragende muren worden balken gelegd afkomstig van bomen die in de buurt voorradig zijn. De balken worden overlegd met bamboestengels die in bepaalde patronen gelegd zijn. Die worden dan belegd met leem of een of andere puntdakconstructie. De bamboestengels maken een attractief plafond. De dakpannen die veelvuldig en vaak ook heel decoratief gebruikt worden in de bouw, zijn halve pijpen met een groene glazuur typisch voor het aardewerk uit Tamegroute. Op de eerste tekening is de dakconstructie te zien van Dar Imlil en daarnaast is een tekening van het plafond in de hotelkamer in de Kasba Des Arts. Opvallend is ook dat alle kamers in de oude huizen lang en smal zijn. In de hotel/pensions is daar gebruik van gemaakt om een badkamer in te bouwen. (55, 20)

maandag 17 februari 2014

Bouwen met leem

Leem afkomstig van rivierbeddingen of uit oases is het belangrijkste materiaal dat in de bouw gebruikt wordt in de gebieden van Marokko waar ik was. Het leem wordt vermengd met stroo en mest en gestampt tot een natte brij die in blokken gesneden en gedroogd wordt. Gebouwen worden uit deze blokken opgetrokken en daarna afgesmeerd met een cement van hetzelfde materiaal waar soms kalk aan is toegevoegd om het regenbestendig te maken. Huizen en andere gebouwen die van dit materiaal gebouwd zijn, smelten als het ware weg in de loop van de tijd. Het is een prachtig materiaal maar erg onderhoud gevoelig. En alhoewel koel in het hete klimaat wordt leem steeds vaker vervangen door betonsteen. In Agdz in de Draavallei bijvoorbeeld is de oorspronkelijke lemen stad een verlaten ruïne terwijl een heel nieuwe stad gebouwd van betonblokken een kilomer verderop aan de grote weg is verrezen. Tadelaktpleister is een traditioneel materiaal dat in badkamers en andere ‘natte’ ruimten gebruikt wordt. Het is een leem en kalk mengsel waar olijfoliezeep aan toegevoegd is om het waterbestendig te maken. De naam Tadelakt komt van het Berberwoord voor wrijven, dat verwijst naar de afwerking van het materiaal door met een steen het oppervak in- en glad te wrijven. Maar zelfs wanden gepleisterd met Tadelakt beginnen na een tijdje scheuren te vertonen. De tekening is van een lichtschacht boven een kruizing van wegen in de kasba van de Ferkla Oase. (42)

zondag 16 februari 2014

De bibliotheek van Tamegroute

In mijn reisgidsen over Marokko had ik gelezen dat in het kleine plaatsje Tamegroute ver weg in de Draavallei achter de Hoge Atlas, aan de rand van de Sahara een bibliotheek was met een hele oude Koran. Het feit dat dit onbekende stadje, ver weg van de belangrijke culturele centra zoiets als een bibliotheek had met een zeldzaam oud manuscript boeide mij zozeer dat het een focuspunt van mijn reis werd. Anders was ik misschien wel helemaal nooit naar de Draavallei gegaan. Tamegroute lag aan de belangrijke karavaanroute van Mali naar Marrakesh. Misschien was het daarom dat het vanaf de 11de eeuw een belangrijk religieus centrum werd. In de 16de eeuw had het een gerenommeerde school die in 1640 door Nasir Al Drawi overgenomen werd. Naar hem is de Soefi Orde Nasiriyya vernoemd. Hij was een schrijver van geleerde werken en onder zijn invloed werden meerdere Soefi scholen gesticht in het zuidelijk deel van de Magreb. Zijn opvolgers zetten zijn werk voort en studenten vanuit de hele Arabische wereld kwamen naar Tamegroute. De bibliotheek werd de grootste en rijkste van heel Noord Afrika. Ons werd een getal van 50.000 manuscripten gegeven, waarvan het overgrote deel inmiddels verdwenen is uit de collectie. Maar de 4200 exemplaren die er nog zijn, zijn een bezoek aan de bibliotheek meer dan waard. De collectie is verdeeld in de belangrijkste onderwerpen van alle belangrijke schrijvers uit die tijd, waaronder theologie, filosofie, sterrenkunde, aardrijkskunde en medicijnen. Het gebouw waar de bibliotheek nu in gevestigd is, is uit de 19de eeuw en herbergt nog steeds een belangrijke Soefi school met 140 leerlingen. Ook komen er veel zieken op de heiligheid van de plek af. Op de tekening staat een tekst uit een 14de eeuwse Koran oorspronkelijk afkomstig uit Cordoba. De tekst gaat erover dat alleen vlees van een ritueel geslacht of tijdens de jacht gedood dier gegeten mag worden en niet vlees van een dier dat al dood was. (33)

vrijdag 14 februari 2014

Ksar en Kasba

Een Ksar is een voorbeeld van Berber architectuur dat ook bekend is in Spanje (Alcázar) en Portugal (Alcácer). Ksars komen vooral voor in het deel van de Magreb dat aan de Sahara grenst en dus ook in de Draavallei. Een Ksars is een verdedigbaar dorp dat uit leem of uit leem en steen is opgetrokken. Binnen de muur herbergt het een moskee, een graansilo en andere openbare voorzieningen. De Ksar aan de rand van Agdz in de Draavallei was jarenlang een gruwelgevangenis van het repressieve regiem. Nu wil men er ter herinnering een museum van maken. In de film ‘The Sheltering Sky’ van Bernardo Bertolucci was het een Franse garnizoen kazerne. Net als een Ksar is een Kasba ook uit leem of leem en steen opgetrokken. Architectonisch is een Kasba van buiten vaak minder streng, maar verder is het moeilijk een onderscheid te maken. Het woord Kasba heeft meerdere betekenissen. Zo is het een fort in de Medina zoals in Marrakesh. Soms wordt de hele oude stad Kasba genoemd zoals in Tamagroute. Op het platteland wordt de woning van het dorpshoofd Kasba genoemd zoals in Agdz. In dat geval ligt het dorp buiten de hoge muren van de Kasba. Veel van deze oude Kasba’s zijn omgebouwd tot Hotel/Pensions. Tegenwoordig worden gloednieuwe hotels op het platteland ook al snel Kasba genoemd, zoals de Kasba Sahara Sky in de Draavallei. In het Spaans komt het begrip Kasba voor als Alcazaba. Op de tekening is het super romantische Hotel/Pension Kasba Des Arts in Agdz te zien, getekend vanaf de binnenplaats.(18)

dinsdag 11 februari 2014

De tuinen van Marrakesh

Marrakesh is beroemd om haar prachtige tuinen. De tuinen waarvan de eerste, de Menara tuinen, in het begin van de twaalfde eeuw werd aangelegd, profiteren van het gunstige klimaat. Doordat er zo nu en dan een bui valt stroomt het water niet weg in rivieren, maar siepelt het onder de grond en blijft. Door de rijkheid aan tuinen, parken en palmen werd Marrakesh een centrum dat culturele zwaargewichten door de eeuwen heen aantrok van Averroes van Cordoba tot Yves Saint Laurent. Van de laatste is de Majorella tuin, oorspronkelijk aangelegd door de Franse schilder Jacques Majorelle. Verder zijn er de Agdal tuin, de Koutoubia tuin, de Mamounia tuin en de tuin van het Bahia paleis. Geen wonder dat de bewoners van Marrakesh ook zelf graag tuinieren. In de Medina is niet veel plaats voor tuinen. Daarom is men de lucht ingegaan en heeft men de daken als tuin ingericht. Soms zijn er hele perken aangelegd, maar meestal worden er aardewerken potten gebruikt om planten en bomen in te zetten. Op de tekening is een onderdeel van de daktuin van de Riad Dar Al Jawhara te zien. Het prieel waarin ik zat te tekenen was begroeid met Bougainvillea en de rozen zijn gesnoeid voor de winter. (58)

zaterdag 8 februari 2014

Funduq, Riad en Dar

Voordat ik naar Marrakesh ging had ik alleen een vaag idee wat een Riad was en ik had nooit gehoord van een Funduq of een Dar. Maar na één dag in de Medina was dat wel veranderd. In de Medina lijkt alles gebouwd rond een open ruimte: niet alleen de moskeeën en de Madrassa’s (religieuze scholen) maar ook woningen en bedrijven. Een Riad is een tuin met paviljoens eromheen. Een Dar is een binnenplaats omgeven door een woning en een Funduq is een bedrijfsverzamelgebouw van verschillende verdiepingen rond een hof. Tegenwoordig wordt elk tot pension omgebouwd woonhuis een Riad genoemd terwijl het meestal een Dar is. Dat zie je dan in de naam terug komen zoals ‘Riad Dar Khimissi’. Een binnenplaats, zelfs de kleinste, is opgeleukt met een fontein en citrus bomen of sierpalmen. Het geeft koelte in de hete zomers en beschutting tegen het lawaai en stof van de straat. Alle kamers op de benedenverdieping komen uit op de binnenplaats en op de hogere verdiepingen op de galerij die rondom loopt. Soms is een Dar vele verdiepingen hoog en wordt bekroond door een dakterras. Kamers die op het dakterras uitkomen hebben op hun beurt ook weer dakterrassen. Het zijn belangrijke plaatsen van samenkomst met zitjes en lichtjes. De zitjes zijn tegen de zon beschermd door tentachtige structuren zoals op de tekening waar Bert zit te internetten na het ontbijt. De hof van een Funduq is een plaats voor laden en lossen en de op- en overslag van goederen. De bedrijven komen op het hof uit en op de hogere verdiepingen zijn kantoren, verblijven en opslagruimten gevestigd. Tegenwoordig is er vaak plaats voor een restaurant op het dak. (5)

woensdag 29 januari 2014

Ibn Khaldoun over heiligheid

Ibn Khaldoun (of Ibn Ghaldoen) noemt in zijn 14de eeuwse ‘Geschiedenis van de Wereld’, de Muqaddimah, drie gradaties van heiligheid. Op de hoogste trap staan de Profeten, gevolgd door de Heiligen. Op verre afstand daarvan staan op de derde plaats de Paranormaal Begaafden. Volgens hem kunnen gewone mensen zoals jij en ik nooit tot spirituele perceptie komen. Daarvoor is onze ziel te zwak. De Profeten, die altijd van onbesproken karakter en gedrag zijn, worden, buiten zichzelf om, door God gebruikt om de wereld kont te doen van Zijn intentie. Zij zijn begiftigd met een ‘geavanceerd bewustzijn’ en kunnen daardoor ‘wonderen’ verrichten. In de Oudheid heeft God mensen uit het Joodse volk uitgekozen als Profeet. Jezus was de laatste in die rij. Mohammed was de enige die niet van Joodse komaf was. Heiligen zullen nooit direct aangestuurd worden door God, maar kunnen wel kontact hebben met de Engelen. Zij hebben een inwaarts gerichte, intuïtieve intelligentie. Zij bereiken daardoor een ‘verheven’ status en worden daarvoor geëerd. Veel van de Paranormaal Begaafden daarentegen moeten met een korreltje zout genomen worden, volgens Ibn Khaldoun. Vaak zijn het oplichters, tovenaars en kwaadwilligen. Als ze al iets kunnen of doen dat ‘wonderbaarlijk’ is, of iets voorspellen dat ook werkelijk uitkomt dan is het een toevalstreffer. Toch bestaan er echter wel degelijk echte authentiek Paranormaal Begaafden. Het is dus oppassen geblazen. (29)

maandag 27 januari 2014

Het land van de duizenden heiligen

Islam betekent onderwerping. Het betekent niet onderwerping aan iets (een systeem of gewoonte) of iemand (met autoriteit), maar aan de enige echte God: de God van Abraham. De God die Joden, Christenen en Islamieten met elkaar gemeen hebben. Dat sluit de verering uit van Moloch, het Gouden Kalf, huisgoden en heiligen. Toch wordt Marokko het land van de duizenden heiligen genoemd waar ieder dorp wel iemand of iets heeft dat vereerd moet worden. Een rijk religieus bewustzijn, zou ik zeggen, maar niet Mohammed de Chauffeur. Hij is het er niet mee eens! Volgens hem is het niets anders dan afgoderij. Toen ik dit leuke mausoleumpje van een of andere heilige ergens in de Draavallei zat te tekenen, fulmineerde hij over de vrouwen en meisjes die meer vertrouwen hadden in de krachten van zo’n gebouwtje dan in God. ‘En het is overal in Marokko zo!’ sloot hij zijn betoog af. Later las ik ergens dat de spiritualiteit van de Berbers nog schatplichtig zou zijn aan pre-islamitisch animisme. (36)

zaterdag 25 januari 2014

Religie in Marokko

Islam is bij verre de allergrootste godsdienst in Marokko. Behalve de luidde roep tot gebed op gezette en minder gezette tijden van de dag, merk je er als toerist verder weinig van. Toen ik in Marrakesh aankwam was de geur van gestold bloed van het Offerfeest net uit de lucht verdwenen. Als ongelovige mag ik in Marokko niet in moskeeën komen. Daardoor bleef ik in het Marokkaanse leven letterlijk een buitenstaander. Het is een historisch gegroeid gegeven volgens Mohammed de Chauffeur. Tijdens het Protectoraat respecteerden de Fransen niet de immuniteit van de moskee zoals ze dat wel met kerken deden, en vervolgden mensen tot in de gebedsruimte. In respons mogen wij nu helemaal niet meer naar binnen. Islam wordt, dankzij de strikte voorschriften, overal en door iedereen op dezelfde manier beleden. Er zijn echter genoeg variaties in interpretatie vooral in de mode. Zo is er een groot verschil in de manier waarop vrouwen zich kleden zelfs binnen één familie. Dat verlevendigt het straatbeeld enorm. Zoals overal in de Islamitische wereld zie je ook in Marrakesh een aanzienlijk aantal jonge mannen met iets te korte broeken, lange hemden en pluizige groei onder de kin als uiting van het gevoel van onrecht dat zij vinden dat hun is aangedaan door deze goddeloze wereld. In dit uniform denken ze terug te kunnen keren naar de z.g. authenticiteit van de oorspronkelijke Islam. Op de tekening is een oud manuscript te zien dat te vinden is in de bibliotheek van Tamegroute en dat de afdruk van de sandalen van Mohammed voorstelt. (34)

donderdag 23 januari 2014

Islam en ik

Ondanks dat ik van huis uit ongelovig ben, ben ik altijd gefascineerd geweest door Islam en waar het voor staat. Net zoals Geert Wilders overigens, mag ik wel zeggen. Alleen: ik ben tot andere conclusies gekomen. Als kind werd ik voorgelezen uit Duizend en één Nacht. De wereld die me daarin werd voorgetoverd, heeft mij blijvend gecharmeerd. Toen ik mijn vleugels uitsloeg was het dan ook in oostelijke richting. In de loop van de jaren heb ik mij verdiept in Islam als godsdienst, filosofie, sociale beweging en cultuurdrager. Ik ben er niet ‘gelovig’ door geworden, maar ik heb wel respect gekregen voor de ‘Islamitische cultuur’. Een respect dat mijn romantisch oriëntalistische uitgangspunt overstijgt. Als ‘westerse’ vrouw en lesbienne zouden er veel facetten in Islam moeten zijn die recht tegen mijn levenswijze in zouden moeten gaan, maar ik vind dat nogal relatief. Islam is perslot begonnen als een emancipatoire beweging. En gelukkig bestaat homoseksualiteit in alle culturen en in de Islamitische heeft het een zeer rijke traditie zowel in de literatuur als in het dagelijks leven. Intussen volg ik met spanning de laatste ontwikkelingen en de veranderingen die op gang gezet zijn en die weet ik waar naar toe kunnen leiden.(60)

dinsdag 21 januari 2014

Het Frans

Zonder Frans kom je in Marokko niet weg. Frans is de taal die de mensen machtig zijn waarmee je als toerist te maken krijgt. Slechts een enkeling spreekt ook nog Engels. Bert die het Arabisch vloeiend beheerst, maar meer moeite met het Frans heeft, kon niet altijd met alleen Arabisch terecht. Dat lijkt een contradictio in terminis, maar niet alleen wordt er een Marokkaans dialect van het Arabisch gesproken, het Frans beslaat ook het middengebied tussen de geletterde gearabiseerde Marokkanen en de mensen die niet kunnen lezen of schrijven. Officieel was de Franse invloed niet van lange duur (1912-1956), maar het heeft op het openbare leven een duidelijke stempel gedrukt. De Fransen hebben hun ambtelijke systeem ingevoerd en de rechtelijke macht naar hun traditie vormgegeven. Bovendien hebben zij de scheiding tussen ‘kerk en staat’ ingevoerd. Iets dat in het Islamitische Sultanaat Marokko een geheel onbekend, onbegrijpelijk en heidens concept was. Daarom is na de onafhankelijkheid in 1956 als reactie een Arabisering doorgevoerd. Het Frans moest in het openbare leven en als taal van de overheidsinstanties verdwijnen ten gunste van het Arabisch Maar inmiddels hadden de bestuursvormen in de Arabische wereld ook trekjes gekregen van de seculiere systemen van de heersende wereldblokken: Amerika en Rusland. Wat was dus ‘Arabisch’? Kan het zijn dat met de erkenning van de Berbertaal er misschien een nieuwe verschuiving gaat plaatsvinden? Of gaat de hang naar ‘traditionele’ Islam de toekomst bepalen in de vorm van een ‘modernisering’ van de Sharia en een bestuur gebaseerd op consensus? (53)

zondag 19 januari 2014

Het Arabisch

Arabisch is de taal van de Islam. De Koran en de Hadith (de tradities) zijn in het Arabisch neergepend. In de loop van de tijd werd dit ‘klassiek’ Arabisch een aangeleerde taal speciaal gebruikt voor religieuze en juridische zaken. Zoals het Latijn tot recentelijk de taal van de katholieke kerk en de universiteiten was. Want tegen de tijd dat er aan de Sharia (het wetboek) gewerkt ging worden, was Arabisch allang niet meer de moedertaal van alle schriftgeleerden. Het heeft Islamitische juristen door de eeuwen heen veel hoofdbrekens gekost om de betekenis van de Koran en de Hadith over te zetten in de Sharia en die dan weer rechtzinnig toe te passen in bijv. zaken waarvoor alleen Berberwoorden bestonden. Ze gebruikten dan zoveel mogelijk analogieën waarbij in de context gezocht werd naar een woord evenredig in het Arabisch. Werd die gevonden dan werd er door de juristen en schriftgeleerden betekenis aan gegeven in consensus. Daarom is na de dood van Mohammed consensus naast analogie een kernbegrip in Islam geworden. Er is inmiddels een aanzienlijk verschil ontstaan in gesproken, geschreven en ‘klassiek’ Arabisch. De meeste landen in het Arabische taalgebied hebben een eigen ‘dialect’. Zo ook in Marokko. Na de onafhankelijkheid van de landen in de Maghreb is er bewust gekozen om de voertaal en de overheidstaal verder te Arabiseren ten koste van het Berbers en het Frans. Het lukte in de grote steden, maar door structureel analfabetisme is het maar gedeeltelijk doorgevoerd. (57)

vrijdag 17 januari 2014

De taal van de Berbers

Het Berbers wordt gesproken door ongeveer de helft van de Marokkanen, maar in ieder deel van het land is een ander soort Berber of Tamazight, in zwang. Het Berbers is pas in 2011 als officiële taal erkend. Daarvoor was de taal verboden op scholen en in de staatsmedia. Hoe het geschreven wordt is nog een twistpunt. Volgens de bronnen die ik raadpleegde is geen oorspronkelijk Berber alfabet gevonden. De historische teksten die er zijn, zouden slechts bestaan uit summiere aanduidingen. Met de toenemende alfabetisering onder de Berbers is er ook een verlangen ontstaan om de eigen taal te kunnen schrijven. Sommige Berber activisten willen dat hun taal op de Europese manier wordt geschreven, anderen die een sterke Islamitische identiteit nastreven, willen dat het in het Arabische schrift wordt gesteld, terwijl weer anderen de Toearegse variant gebruiken die wel een alfabet heeft. Tenslotte heeft men voor het Toearegs of Tifinagh, gekozen ondanks het politiek ongunstige feit dat de Toearegs in hun sub-Sahara gebieden voor onafhankelijkheid vechten. De 14de eeuwse Berber historicus Ibn Khaldoun beweert dat het Arabisch een fonetisch gespelde taal is waarin de klanken van iedere taal getransponeerd kunnen worden: ook het Berbers. In de bibliotheek van Tamagroute zijn 15de eeuwse handschriften in het Berbers waarin dan ook het Arabische alfabet gebruikt wordt.(30)

woensdag 15 januari 2014

Slaven

Een aanzienlijk deel van de Marokkaanse bevolking is afstammeling van slaven afkomstig uit Sub-Sahara Afrika, die naar de Maghreb meegenomen werden door karavanen. Ze werden als slaven ingezet om o.a. de oasen te beheren die op de karavaanroutes lagen. Inmiddels zijn ze in de bevolking opgegaan. Mensen die uiterlijk nog op zwarte Afrikanen lijken, vind je overal, maar in het bijzonder langs de aanvliegroutes van de karavanen van weleer zoals in de Draavallei. Een slaaf is iemand die geen zeggenschap over lijf en leven heeft en het bezit is van een ander mens. Slavernij is ouder dan de geschreven geschiedenis. In de Bijbel is slavernij een gegeven en men kan er zelfs regels in vinden voor de behandeling van slaven. Moses leidde het Joodse volk weg uit de slavernij in Egypte. De Arabieren stammen af van Ismaël, zoon van Abraham en Haggar, de slavin van zijn vrouw Sarah. Mohammed, Boodschapper Gods, had slaven, kreeg slaven in buit, kocht slaven en maakte ook slaven vrij. In de Koran en de Hadith (tradities) wordt uitgebreid ingegaan op de behandeling en rechten van slaven. Misschien is de Koran de eerste tekst waarin het gaat over rechten en niet over plichten. Vrijheid geven aan een slaaf gold als een goede daad in de Islamitische wereld, maar wat betekende vrijheid voor een vrijgemaakte slaaf? Haggar mocht niet meer de bronnen gebruiken die Abrahams stam toebehoorden. De Franse schrijver Antoine de Saint Exupéry beschrijft in ‘Het rijk der mensen’ hoe in het zuiden van Marokko een slaaf die te oud en krakkemikkig was om nog langer te werken, vrijgelaten werd zodat hij buiten de poort van zijn vroegere eigenaar stierf van honger, dorst en gebrek aan verzorging. (27)

maandag 13 januari 2014

De Kameel oftewel Dromedaris

De dromedaris is een één bultige kameel. Door hun bijzondere eigenschappen kunnen deze dieren het lang zonder water en voeder uithouden in de zeer hete woestijn. In tegenstelling tot wat ik altijd dacht, slaat de kameel het vocht niet op in de bult maar in de maag. In de bult zit het vet dat hem niet alleen in leven houdt, maar dat ook als airco dienst doet. De kameel kan in één keer enorm veel drinken en eten, maar zal een enkele plant of boom nooit kaal vreten. Op de tekening eten ze van de acacia of, zoals Mohammed de Chauffeur hem noemde: Spike Tree vanwege de scherpe stekels. Het dier werd al vanaf 4000 v C als lastdier in Arabië gebruikt en is vandaar uit via de zuidkant van de Sahara in Marokko gekomen. Als kuddedier functioneerde de kameel heel goed in de karavanen. Waar wel honderden kamelen tegelijk de waren vervoerden over de handelsroutes door de Sahara. De levens van de Berbernomaden en de kameel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden ondanks de opkomst van de auto en vrachtwagen. De kamelen vervoeren nog steeds de tenten en huisraad van de nomaden op de eeuwige trek tussen bergweiden en laagvlakte. Tegenwoordig spelen ze een belangrijke rol in de toeristenindustrie als exotisch rijdier. Als je eenmaal vanuit Marrakesh de Hoge Atlas en de Anti Atlas bent overgestoken zie je ze overal. (26/31)

vrijdag 10 januari 2014

Nomaden en Bedoeïen

Nomaden zijn Berbers die met hun kuddes rondtrekken. Ze wonen in grote tenten van geitenhaar. In de zomer hoedden zij de schapen en geiten op de groene bergweiden van de Hoge Atlas. Als het winter wordt en de sneeuw valt, dalen ze af naar de steppen waar inmiddels de uitloop van de regen in de hoger gelegen gebieden zou hebben moeten zorgen voor graasvoer. Toen wij door de Dades reden, kruisten nomaden met hun hele hebben en houden onze weg. Zij kwamen uit de Hoge Atlas waar de eerste sneeuw was gevallen. Bedoeïen zijn in theorie Arabieren die rondtrekken op zoek naar voer en drinken voor hun geiten en kamelen. Ik ben er niet achter gekomen wie die bedoeïen in Marokko nu precies zijn. Bij de nomaden en bedoeïen zijn stam- en familieverbanden nog steeds heel belangrijk en bepalen de hele leefomgeving en tradities.De nomaden en bedoeïen van Tamagroute houden zich vooral bezig met het organiseren en begeleiden van toeristische trektochten op kamelen door de zandduinen van Tinfou aan het einde van de Draavallei. (24)

woensdag 8 januari 2014

Arabieren

Tot het tijdperk van de Grote Arabische Veroveringen gleden invloeden van buiten van de Berbers af als water van een eend. Zelfs de Romeinen konden geen blijvende indruk maken. Maar de Arabieren brachten iets dat na enige aarzeling de onafhankelijke Berbers in het hart raakte: Islam. Sedentaire Arabieren uit het oostelijk deel van de Middellandse Zee en Bedoeïen van het Arabischschiereiland zijn in twee golven naar de Maghreb gekomen. De eerste golf waren de brengers van de Islam. Zij kwamen via Tunesië naar Marokko. Later zijn om politieke redenen meerdere stammen uit het huidige Yemen en Saoedie Arabië naar Marokko gehaald. Zij kwamen via de oost-west route door de Sahara, onderwierpen de oorspronkelijke bevolking en verwoesten steden en dorpen. De Arabieren vervingen in de meeste gebieden de heersende Berberdynastie door een Arabisch heersershuis. Het grootste deel van de Marokkaanse bevolking identificeert zich momenteel als Arabier. Zij spreken het Marokkaanse dialect van het Arabisch. Deze ‘arabisering’ was vooral een cultureel proces want er is geen significant genetisch verschil tussen de Marokkaanse ‘Arabieren’ en de Berbers. De oorspronkelijke Arabieren zullen wel in de plaatselijke bevolking zijn opgegaan.(17)

maandag 6 januari 2014

Ezeltjes

4WheelDrive auto’s en Quads doen overal in Marokko zand opwaaien, maar het echte vervoermiddel voor de moeilijk begaanbare bergpaden is nog steeds de ezel. Deze ezel is geparkeerd in een ezelpoolplaats ergens in de Hoge Atlas. Die ochtend is vanuit de bergen iemand op de ezel naar beneden naar de grote weg gekomen. Hij of zij heeft zijn vervoersmiddel onder een eikje geparkeerd zodat de trouwe viervoeter schaduw en iets te knabbelen heeft. De reiziger is verder naar de markt of het werk gegaan in gemotoriseerd vervoer. Soms staan er wel vier of vijf ezeltjes op zo’n ezelpoolplaats te wachten op de terugkeer van de baas. Ook in de Medina van Marrakesh waar de straten erg nauw zijn en er zware spullen vervoerd moeten worden, zoals bouwmaterialen, is de ezel onmisbaar. De ezeltjes wonen met hun karretjes bij elkaar in stallen midden in de Medina. Bert huurde zo’n ezel met kar om onze bagage van de ene naar de andere Riad te vervoeren. Dat had een taxi niet kunnen doen. (14)

zaterdag 4 januari 2014

De Berbers

Sinds mensenheugenis wonen er Berbers (of Imazighen, ‘vrije mensen’) in de Maghreb. In Marokko vormen zij nog steeds de grootste bevolkingsgroep. Ze woonden al in de Maghreb toen Europa bedekt was met ijs en de Sahara nog groen was. Toen het ijs naar het noorden opschoof en de Sahara veranderde in een onbewoonbare woestijn bevonden Berberstammen zoals de Toeareg zich zowel aan de zuid als aan de noordkant ervan. Net zoals in de geschiedenis de Middellandse Zee het focuspunt was van de Europese cultuur zo was de Sahara de Mare Nostrum van de Berbers van Marokko. Ze waren niet maritiem geïnteresseerd en stonden letterlijk met de rug naar de Middellandse Zee in het noorden en de Atlantische Oceaan in het westen. De Berbers doorkliefden daarentegen de zee van zand op hun kamelen. De karavanen van de Berbers volgden meerdere vaste routes naar Mali, Niger, Libië en Senegal. De meest verhandelde goederen waren: zout, goud, zilver, dadels, textiel, slaven en wapens. De twee Berbers die erg belangrijk zijn geweest voor het aanzien van de wereld zijn de 5de eeuwse filosoof Augustinus en Ibn Khaldoun die in de 14de eeuw geschiedschrijving tot wetenschap heeft gemaakt. Ibn Khaldoun heeft bovendien de Marokkaanse Berbers status gegeven in de geschiedenis door verschillende van hun koninkrijken te beschrijven. (13)

donderdag 2 januari 2014

Magreb: Het Wilde Westen

Mohammed, Boodschapper Gods, maakte van zijn geboorteplaats Mekka het centrum van de Islamitische wereld. Een paar eeuwen later was het centrum een ster met vier punten: Mekka, Damascus, Bagdad en Caïro. Alle land ten westen van Caïro werd ‘Het Westen’ of Maghreb genoemd. Er werd vooral de kuststreek van Noord Afrika en Spanje mee bedoeld. Tegenwoordig wordt de naam in politieke zin gebruikt als het over de Noord Afrikaanse landen minus Egypte gaat. De mensen die er woonden heetten de Maghrebi, Westerlingen. Het was een Arabische parapluterm voor alle bevolkingsgroepen en niet alleen de Berbers. In de Arabische verhalencyclus verzameld onder de titel ‘Duizend en één Nacht’ worden de Maghrebi voorgesteld als schurken, oplichters en tovenaars. Misschien hebben ze deze slechte naam te danken aan het feit dat, terwijl de gebieden ten noorden en oosten van de vier puntige ster makkelijk ten prooi vielen aan de grote Arabische veroveringen in de zevende eeuw, de bevolking van de Maghreb zich niet zo makkelijk gewonnen gaf. (54)