zondag 19 januari 2014

Het Arabisch

Arabisch is de taal van de Islam. De Koran en de Hadith (de tradities) zijn in het Arabisch neergepend. In de loop van de tijd werd dit ‘klassiek’ Arabisch een aangeleerde taal speciaal gebruikt voor religieuze en juridische zaken. Zoals het Latijn tot recentelijk de taal van de katholieke kerk en de universiteiten was. Want tegen de tijd dat er aan de Sharia (het wetboek) gewerkt ging worden, was Arabisch allang niet meer de moedertaal van alle schriftgeleerden. Het heeft Islamitische juristen door de eeuwen heen veel hoofdbrekens gekost om de betekenis van de Koran en de Hadith over te zetten in de Sharia en die dan weer rechtzinnig toe te passen in bijv. zaken waarvoor alleen Berberwoorden bestonden. Ze gebruikten dan zoveel mogelijk analogieën waarbij in de context gezocht werd naar een woord evenredig in het Arabisch. Werd die gevonden dan werd er door de juristen en schriftgeleerden betekenis aan gegeven in consensus. Daarom is na de dood van Mohammed consensus naast analogie een kernbegrip in Islam geworden. Er is inmiddels een aanzienlijk verschil ontstaan in gesproken, geschreven en ‘klassiek’ Arabisch. De meeste landen in het Arabische taalgebied hebben een eigen ‘dialect’. Zo ook in Marokko. Na de onafhankelijkheid van de landen in de Maghreb is er bewust gekozen om de voertaal en de overheidstaal verder te Arabiseren ten koste van het Berbers en het Frans. Het lukte in de grote steden, maar door structureel analfabetisme is het maar gedeeltelijk doorgevoerd. (57)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten